De wonderbaarlijke meneer Wubbels
Dit zijn een paar illustraties uit het boekje. “De wonderbaarlijke meneer Wubbels.”
Hoofdstuk 1:
Ergens in een keurig dorpje, waar we de naam maar niet van zullen noemen want het is vlak bij jou in de buurt, woont meneer Wubbels. Het is een uiterst gezellig dorpje met een mooi schoolpleintje en keurige huisjes met al even netjes aangeharkte tuintjes. Daarnaast vind je er tal van snoepwinkels. Dit komt omdat er in dit dorp veel kinderen wonen.
Om al deze redenen houdt meneer Wubbels als geen ander van dit gezellige plaatsje.
Meneer Wubbels is een kleine, lieve maar ook een beetje bange man. Hij durft namelijk zijn huis niet uit. En gaat alleen voor belangrijke zaken de deur uit. Bijvoorbeeld wanneer zijn toverballen op zijn of als hij enorme trek in reuzenpatatten krijgt. Dit is eigenlijk niet zo gek, want in de straat waar meneer Wubbels woont gebeuren de meest vreemde dingen en wonen de meest bijzondere mensen.
Zo moet je niet vreemd opkijken als je een kip van 1.58 meter tegenkomt die urenlang tegen je aan gaat zitten kakelen.
Deze kip was 2 weken geleden nog mevrouw het Hok. Op zich vond meneer Wubbels deze verandering niet zo heel erg opzienbarend. Hij vond mevrouw het Hok altijd al een kakelende kip. Wanneer hij haar zag dan liep hij meestal snel een hoekje om of dook hij de bosjes in. Want als je mevrouw het Hok tegenkwam….. en ze kreeg je te pakken…. dan was je minstens 2 uur de pineut. Dit waren dan meestal 2 verschrikkelijke uren waarin ze aan 1 stuk doorkakelde over haar zoon in Urk haar man in Australië en de jeuk die ze altijd aan haar linkerteen had.
2 weken geleden had meneer Wubbels niet zoveel geluk. Hij was net een grote lekkere zak zoete drop gaan halen toen hij op zijn gemak langs een rustgevend landweggetje liep. Hij zwaaide vrolijk naar visser Piet en propte nog een paar extra stukken drop in zijn overvolle mond.
Plotseling hoorde hij achter zich een plons in het water. Dat was visser Piet, die met hengel en al het water in was gesprongen… daarna werd het akelig stil… De vogeltjes stopten met fluiten en verscholen zich in hun nestjes. Het leek zelfs of het plotseling was gestopt met waaien. Meneer Wubbels keek angstig voor zich uit, alsof hij voelde wat er ging komen. Hij voelde de grond trillen onder zijn voeten terwijl hij in de verte een opgedoft vrouwfiguurzag lopen. Ze kwam zijn richting op! Meneer Wubbels knipperde even met zijn ogen… dit kon niet waar zijn!!!
JA, hij had het echt goed gezien! De opzichtige jurk, de hond met het afschuwelijke roze strikje, de snelle korte pasjes. Meneer Wubbels wreef nog eens in zijn ogen. Maar er was geen ontkomen aan.
Daar liep ze!!!!
Mevrouw het Hok in hoogst eigen persoon!!!!!
Meneer Wubbels kreeg het doodsbenauwd en wist niet hoe snel hij moest vluchten. In het water kon hij niet springen, want dan werd zijn drop nat. In een boom klimmen was ook geen optie, want daar was hij de vorige keer uitgevallen toen hij wilde ontsnappen aan mevrouw het Hok.
Gelukkig zag hij naast zich een stel bosjes. Het was een prikkelige bramenstruik, maar alles was beter dan met mevrouw het Hok praten. Snel dook hij de bosjes in. Daarna wachtte hij angstig af…
Mevrouw het Hok liep een beetje verbaasd langs.
Ze zei tegen haar hondje:”Fifi, ik zou toch zweren dat hier zojuist iemand liep! Dat zag jij toch ook? Of zou ik een bril nodig hebben?” ze zuchtte even en vervolgde:”Nou zeg, als er toch niemand is, kan mijn lieve Fifi fijn een plasje in de bosjes doen.”
Ze wees naar de bosjes waarin meneer Wubbels zich verstopt had. Meneer Wubbels zat helemaal te
trillen van angst.
Nu moet je begrijpen dat Fifi het heerlijk vond wanneer haar bazinnetje iemand had om mee te praten. Want dat betekende dat Fifi eens lekker ongestoord kon spelen. Meestal wel 2 uur lang! Dus wanneer Fifi iemand in haar vizier kreeg, rende ze er als een gek op af en bleef ze net zolang keffen totdat haar bazinnetje het slachtoffer eindelijk in de gaten kreeg.
Meneer Wubbels kon dus maar 1 conclusie trekken toen hij Fifi op zich af zag komen: Hij was verloren!
En ja hoor! Fifi zat net rustig aan de bosjes te snuffelen totdat ze ineens iets rook…. iets eigenaardigs….. iets zoets….. iets dat naar drop en schuimgebak rook….. iets dat naar meneer Wubbels rook….. Fifi draaide zich om en zag de ongelukkige meneer Wubbels in de bosjes zitten.
Even leek ze te twijfelen, alsof ze die arme meneer Wubbels het lot van 2 uur verveling wilde besparen. Maar ze bedacht zich en zette zich schrap om als een gek te gaan keffen. Haar staartje stond fier omhoog, haar bekkie ging open en……
er kwam geen geluid uit!
Het hondje kuchte, rende rondjes, en blies. Maar wat Fifi ook probeerde het bleef doodstil.
Meneer Wubbels stond versteld. Wat had hij een geluk vandaag! Fifi schudde, Fifi stampte en Fifi jankte. Allemaal in stilte…
Meneer Wubbels maakte bijna een vreugdedansje van geluk. Hij was bijna ontsnapt. Het kon niet mooier! Hij maakte van geluk een klein sprongetje.
Totdat hij ‘KRAKKKKK’ hoorde. Meneer Wubbels schrok zich een hoedje. Hij was in zijn enthousiasme op een takje gaan staan!!!
Mevrouw het Hok wiens oren getraind waren om zelfs het kleinste detail uit haar omgeving op te vangen, draaide zich langzaam om. Ze liep in de richting van het geluid… in de richting van meneer Wubbels….
Deze hield zijn adem in. Hij kon wel huilen. Ze was nog geen 2 passen van hem verwijderd toen ze gilde:“Oh, wat leuk! Meneer Wubbels!!!!! Bent u gezellig verstoppertje aan het spelen? Wat eeeeeenig! Maar ik weet nog iets leukers. Ik heb namelijk een heeeeel leuk en interessant verhaal.”
Voor meneer Wubbels kon beseffen wat hem was overkomen, zat hij te luisteren naar haar verhalen over haar lieve kleine hond, dat haar man nooit belde uit Australië en dat de jeuk in haar linkerteen nog steeds niet weg was.
Meneer Wubbels die de eerste 2 uur beleefd had zitten knikken, viel het derde uur uitgeput in slaap. Af en toe schrok hij even op door een flinke uithaal van mevrouw het Hok, waardoor hij het gevoel had dat hem zelfs zijn geliefde dutje niet gegund was. “Wat was die mevrouw het Hok toch een vermoeiend mens. Net een kakelende Kip.” dacht hij:”Je zou het verschil niet eens merken.” En met deze gedachte viel hij uiteindelijk in slaap.
Na een uurtje of 4 werd meneer Wubbels weer wakker. Hij had eigenlijk wel lekker geslapen. Het gras was lekker zacht geweest. Alsof hij op een zacht verenkussen had geslapen. Alleen merkte hij dat mevrouw het Hok tot zijn verbazing nog steeds naast hem zat te kakelen.
“Hield dat mens nou nooit op!”dacht hij.
“Hij wilde nu toch echt naar huis. En dat zou hij haar zeggen ook!”
Hij draaide zich om en……
schrok zich een ongeluk! Mevrouw het Hok was namelijk niet meer een mollig oud vrouwtje. Ze was veranderd in een KIP! En niet zomaar een kip! Ze was een kip van 1.58 meter!!! Meneer Wubbels gilde het uit en rende zo snel als hij kon naar zijn huisje.
Mevrouw het Hok, die niet doorhad wat er aan de hand was, bleef voor het eerst in haar leven sprakeloos achter.
En zo komt het dat er in het dorp waar meneer Wubbels woont tegenwoordig een kip van 1.58 meter rondloopt. Het gekke is alleen dat de meeste inwoners het verschil niet eens merken. Behalve dat je op straat ineens hele grote eieren kan vinden. Waarmee je volgens de dorpsbewoners de lekkerste omeletten kan bakken die je ooit hebt gegeten.
Sorry, the comment form is closed at this time.